Als een peuter

“Mama? Waar ben je?” Christian roept van beneden. Ik sta op zolder de was op te hangen. Een blik op de waslijn vertelt me dat ik vijf kledingstukken heb kunnen ophangen voordat Christian me is gaan zoeken. Pof. Boem. Pof. Boem. Ik hoor hem naar boven klossen en zucht inwendig. Na niet al te lange tijd verschijnt zijn hoofd in het trappengat. “Ah! Daar ben je, mama!” zegt hij opgelucht en kruipt de zolder op. In zijn hand houdt hij zijn knipseltje geklemd. Vandaag zijn het letters, de letters van het alfabet. Hij gaat naast me zitten, bij mijn voeten en spreidt zijn knipseltjes uit op de vloer. Vluchtig kijkt hij me even aan en gaat dan druk verder met heen en weer schuiven van zijn papiertjes. “Mama. Ik kom bij jou spelen. Ik kan niet zonder mama.” zegt hij met een zacht stemmetje en het lijkt alsof er een soort ontspanning in zijn lijfje komt, nu hij weer fysiek naast me zit. Hij begint te tetteren over zijn letters. Ik probeer me een beetje af te sluiten voor het geluid, waar ik eigenlijk aan wilde ontsnappen door even boven de was op te hangen –echt, tien minuutjes maar, meer vraag ik niet. Niet voor het eerst word ik verscheurd door mijn gevoel. Ik wil er graag voor hem zijn, maar op een moment als deze verstikt zijn nabijheid me.

Ik probeer mezelf er dan aan te laten denken dat hij het niet expres doet. Het is normaal voor de fase van emotionele ontwikkeling waar hij nu in zit: die van een peuter. De eerste individuatiefase noemen ze dat, grofweg de leeftijd van 1,5 tot 3 jaar. Het ontwikkelen van autonomie, voor het eerst ‘los’ komen van ouders, staat in deze fase centraal. Het wordt ook wel de koppigheidsfase genoemd, omdat peuters ontdekken een eigen wil en eigen plannen te hebben en deze ongehinderd willen uitvoeren. Beperkingen van de eigen wil zorgen snel voor (heftige) frustratie, drift en verdriet, wat ook weer angst kan oproepen. Hierdoor is er ook nog steeds een grote hang naar geborgenheid en veiligheid. Een peuter zal graag zijn eigen gang gaan, maar dan wel in de fysieke nabijheid en zicht van zijn ouders. De veilige haven moet in het zicht zijn, beschikbaar zijn om naar te vluchten als negatieve emoties de kop op steken. Een peuter kan zich nog niet verplaatsen in een ander, reageert primair vanuit zijn eigen behoeftes en is hiermee egocentrisch. Een intern geweten is nog niet aanwezig, dus worden regels makkelijk overtreden. Niet willens en wetens, maar gewoon omdat de drang van het eigen plan sterker is dan de wil van ouders.

Het besef dat hij in deze fase zit is belangrijk om reële verwachtingen te houden. Niemand verwacht van een 2-jarige dat deze zich een uurtje alleen beneden vermaakt. Dat deze niet intens (en fysiek) boos wordt als hun plan gedwarsboomd wordt. Dat deze zich niet impulsief laat leiden door zijn eigen wil. We weten wat je kunt verwachten van een peuter en passen ons eigen gedrag, onze opvoeding daar op aan. Als de overige aspecten van ontwikkelingen -motorisch, cognitief- zich in eenzelfde leeftijdsfase bevinden, zal het voor de meeste van ons logisch zijn. Nathalie zit in dezelfde emotionele fase als haar broer, maar is ook lichamelijk en mentaal 2 jaar, een peuter. Je merkt dat aan alles, dus is aanpassen niet moeilijk. Lastiger wordt het -althans dat vind ik- als je kind lichamelijk 9 jaar is en cognitief op leeftijd van ongeveer 5-6 jaar functioneert. In die zin heeft Christian een ‘voorsprong’ op Nathalie. Hij heeft al jaren levenservaring, begrijpt en kan veel meer. Maar daar ligt de valkuil: overschatting. Zo groot en ‘wijs’ als hij is, vergeet je makkelijk dat een deel van hem dat peutertje is. Dat peutertje dat mij niet uit het zicht wil verliezen, naast mij wil zitten terwijl ik de was ophang en oprecht intens verdrietig en angstig zou worden als ik hem die veiligheid ontneem.

Soms wordt het nog lastiger. Op slechte dagen, als hij overloopt en overprikkeld is, zakt hij wel eens terug naar een jongere emotionele ontwikkelingsfase. Deze wordt ook wel de eerste socialisatiefase genoemd, ongeveer de leeftijd van 6 tot 18 maanden. Dan ontstaan de heftige driftbuien, waarin Christian ongericht zijn frustraties en boosheid uit. Spartelend op de grond, ongericht slaan en schoppen, schreeuwen en vocaliseren (geluiden maken zonder woorden) en waarbij hij het ook zelf moet ‘ontgelden’. Dan slaat hij zichzelf, op zijn hoofd, op zijn borst, knijpt zich in de armen en gooit zich tegen de grond, muur of deur. Of dat zijn de momenten dat hij in paniek raakt als hij mij niet ziet en snikkend in mijn armen duikt, “Ik was je kwijt, mama! Ik ben bang zonder mama!” Het is belangrijk om op zulke momenten deze terugval te herkennen, zodat ik ook weer mijn verwachtingen kan bijstellen. Boos worden heeft dan bijvoorbeeld geen enkele zin, uitleggen, praten, confronteren met eigen gedrag ook niet. Het vergt van mij dan ook aanpassingen in aanpak, hem dat geven dat ik een dreumes ook zou geven: lichamelijk contact, nabijheid, veel hulp, weinig woorden en heel veel directe sturing.

Op deze manier varieert zijn emotionele draagkracht van dag tot dag, van moment tot moment. Op zijn beste momenten een oudere peuter, op zijn slechtste momenten een jonge dreumes. Maar dan wel eentje die goed kan praten en veel begrijpt. Ik merk dat ik die -soms toch wel onvoorspelbare- wisselingen vermoeiend vind. Niet zelden besef ik te laat dat ik de verkeerde toon heb aangeslagen, dat ik de verkeerde verwachting heb gehad. Daarnaast drukt het me met mijn neus op de feiten en knaagt onzekerheid aan mij. Hoeveel groei zal hier nog in zitten? In hoeverre zal die behoefte aan mijn fysieke nabijheid verminderen in de toekomst? Hoe ga je een kind dat sociaal-emotioneel een peuter is begeleiden in de richting van zelfstandigheid? Gelukkig ligt de toekomst niet vast en gaan we er van uit dat we hem nog veel dingen kunnen leren -en dat hoeven we ook niet alleen te doen- we zullen wel zien waar we over 10 jaar staan. Aan Christian zal het niet liggen, hij doet wat hij kan. En voorlopig is dat naast mij, waar hij zich veilig voelt. Content om simpelweg vlakbij me te zijn, terwijl ik de was op hang.

 

 

 

2 gedachtes over “Als een peuter

  1. Pingback: Toezicht | autimama79

  2. Pingback: Naar je kamer | autimama79

Plaats een reactie